Psychosomatisch getrut

“Maar waar doet het zeer dan?”, vroeg mevrouw T. “Got, weet ik veel”, zei ik. “Zo’n beetje overal I guess.” “Ik bedoel, als ik zit doet het zeer. En als ik sta doet het zeer. Lopen doet ook al pijn. Dan heb ik steken in mijn enkel. Bovendien voel ik dan mijn achillespees. Want die is ook wat dik als je het mij vraagt. Wanneer ik in bed lig schiet het soms in m’n rug. Zomaar opeens.”

“Oh, ik weet al wat jij mankeert”, sprak mevrouw Turbo, en ze keek me uiterst bedachtzaam aan. Zoals alleen een huisarts dat kan. Of iemand die net doet alsof-ie er eentje is.

Ik hield mijn adem in. Even verwachtte ik dat ze iets als “Acute leukemie. Jammer. Niks meer aan te doen” of “Sorry, maar je lever is helemaal naar z’n grootje. Aan stukken gezopen. 48 uur max, als je het mij vraagt” ging zeggen. Fok, dat zou pas een nare diagnose geweest zijn.

Maar tot mijn opluchting kreeg ik van haar te horen: “Volgens mij heb jij vooral last van psychosomatisch getrut.” Ik zuchtte eens diep. Goh, dat viel weer reuze mee.

Met regelmaat word ik door iemand voor trut uitgemaakt. Maar niet eerder had ik er zo’n baat bij. Pyschosomatische trut … op slag voelde ik me een héél stuk beter.

Als het herstel in dit tempo doorzet kan ik aanstaande zondag met goed fatsoen in Rotterdam aan de start verschijnen. Wil iemand me aub af en toe nog eens van pyschosomatisch getrut beschuldigen?

Your comment