De 32 van Kampen

Op zaterdagochtend ga ik op weg naar Kampen. Voor de 32 van Kampen. Da’s een kleinschalige prestatieloop die voor de vijfde keer georganiseerd wordt door de lokale atletiekvereniging: Isala 96.

Eén van de voordelen van een kleinschalig hardloopevenement: je kan er op de dag zelf nog gewoon terecht om in te schrijven. Ze zijn nog blij met iedere deelnemer. Leve de na-inschrijving!

Niet al te fit
Eigenlijk is het niet zo héél slim om naar Kampen te rijden om 32 kilometer te rennen. Want m’n weekdierenlijf voelt niet al te fit aan. Te veel belast in de afgelopen dagen denk ik.

Als ik dat bedenk schreeuwt ogenblikkelijk een geagiteerde Erwin van Diemen keihard in mijn oor: “Verrekte amateuristische eikel. Dan blijf je toch lekker thuis, als je niet helemaal goed bent. Wat verwacht je nou? Complimenten en een lintje vanwege je doorzettingsvermogen ofzo?”.

Tja wat zal ik ervan zeggen? Een turboslak is niet alleen eigenwijs, maar ook nog eens doof voor raad. Ik zet m’n iPod wat harder, zodat ik Erwin’s tirade niet meer hoef aan te horen.

Vijf minuten per klik
Een beetje brak of niet, het grootste deel van de route gaat hardlopen vrij redelijk. Met een tempo van zo’n vijf minuten per kilometer — het tempo dat ik ook voor ogen heb tijdens de Marathon van Rotterdam. Achteraf zie ik aan m’n te hoge hartslag dat het toch niet zo gemakkelijk ging als gehoopt.

Een mannelijke bries
Een groot deel van het parcours gaat door de provincie Flevoland, door het Roggebotse bos. Het Roggebotse Bos: dat klinkt als een magische kruising tussen het honderdbunderbos van Winnie de Pooh & Janneman Robinson en Fangorn Forest uit LotR. Opgepast voor honingberen en Enten. Hoe dan ook, het bos zorgt dat met de wind — die vandaag enthousiast waait — niet veel vat op me krijgt. Alleen het stukje van het Roggebotse bos tot aan de Vossemeerdijk valt slakkie zwaar: da’s de dijk op én een mannelijke bries recht in m’n giechel. Gelukkig blaast-ie daarna voornamelijk in m’n rug. Wel zo gemakkelijk.

De 32 van Kampen 2010. Je weet wat ze zeggen over de laatste loodjes (foto: Hennie Bottenberg)

Het spreekwoord van de laatste loodjes wordt op zaterdag 13 maart weer eens bewaarheid. Vrij en oneerbiedig vertaald  — wel zachtjes en binnensmonds natuurlijk, want in Kampen bevinden we ons tenslotte in de Bible Belt — de laatste kilometers gaan een partij kut man! Op de valreep is het weer behoorlijk piepen en kraken!

In 2 uur 36 minuten en een paar tikken zit het erop.

Tot slot plus de link naar de cijfertjes
To end on a positive note, nog zo’n voordeeltje van een kleinschalige en netjes georganiseerde prestatieloop is de gelegenheid tot een warme douche zonder wachtrijen. Lekker en bijzonder op prijs gesteld.

Ik weet, het zal de meeste mensen aan hun reet roesten … maar de statistiekenjunkie klikt nog even door voor de cijfertjes, een grafiek en het onvermijdelijke Google Maps kaartje.

Your comment