Een zielig rondje

You don’t miss it till it’s gone. Damn, da’s een waarheid als een koe. Ik mis het hardlopen.

Met een arrogante zelfsprekendheid draafde ik de afgelopen tijd mijn rondjes. Kleine pijntjes werden meestal genegeerd. Wanneer hardlopen ietsje teveel au deed nam ik een paar dagen rust. ‘Komt wel goed schatje’, troostte ik het gekwetste lichaamsdeel. Maar toen kwam het moment dat alle rek uit m’n broze slakkenlijf lijkt te zijn verdwenen. Als pijntjes pijn blijven doen en ongecompliceerd rennen niet meer vanzelf gaat.

De laatste keer dat ik mezelf een beetje ongegeneerd de tyfus kon lopen is alweer een maand of wat geleden. Op de eerste vrijdag van november, als ik het me goed herinner. Het ging die middag door het mulle zand van een ruiterpad. Dat was vrij heftig voor een turboslak, maar endorfine-technisch voelde het uitermate prettig.

Op het moment konkel ik dus maar wat aan, in de vorm van een paar korte loopjes per week. Niet langer dan een kilometer of tien duren ze. En dat is eigenlijk al te veelgevraagd. Want al doe ik voorzichtig, nog doet mijn weekdierenlijf pijn. Vooral in de vorm van een protesterende knie. Met amper vijf kilometer in de benen begint slakkie’s knietje doorgaans al te mopperen. Samengevat, mijn linkerknie is verworden tot een knap chagrijnig kutgewricht. Pfff, ik haat de kneuzenkermis!

Morgen probeer ik het nog één keertje: dan waag ik me aan een zielig rondje om de wijk. Op rollatortempo. Maar hopelijk wel pijnvrij.

Your comment