365 days later. De balans van een jaar hardlopen

Rolmops komt tot inkeer
Goed gereedschap hang je onder een afdak. Da’s wat elke dikbuikige grapefruit zichzelf voorhoudt. Eind april 2008 vond ik het welletjes. In toenemende mate ergerde ik me aan de omvang van mijn afdak. Ik kocht een weegschaal en schrok me helemaal lam toen ik daarop bevestigd zag wat ik eigenlijk al wist: veel te dik. Een Body Mass Index van net boven de 25. Het doembeeld van een leven als rolmops was voldoende om tot inkeer te komen. Tijd voor actie, besloot ik. En begon vervolgens te rennen.

Hoe kijk ik terug op afgelopen jaar? Oftewel: 365 days later. De balans van een jaar hardlopen.

Bye bye obesitas
Om maar meteen met de deur in huis te vallen, ik ben flink afgevallen. De eerste maanden rende ik niet alleen, ook had ik mezelf een alcoholverbod opgelegd. Sport en alcoholvrij: dat bleek een goede combinatie. Met twee kilo per week vloog het overgewicht eraf. Missie geslaagd! Bye Bye obesitas!

Ik weeg mezelf nauwelijks meer. Heel af en toe stap ik nog op de weegschaal. Meestal blijft-ie steken op zo’n 67,5 kilo. Daarmee ben ik dik tevreden (pun intended). In bierquarantaine ben ik allang niet meer. Da’s ook geen must. Als je maar voldoende kilometers maakt krijgen de flesjes Grolsch geen vat op je lijf.

Sneller en verder
Toen ik vorig jaar mei begon aan m’n sportieve revival kostte het me de grootste moeite om een rondje om de wijk te voltooien. Als ik je vertel dat je met zo’n vijf kilometer rond bent, weet je meteen dat ik niet al te fit was.

Voor vijf kilometer rennen trek ik vandaag de dag m’n schoenen niet meer aan. Afstanden tot 30 kilometer heb ik het afgelopen jaar afgelegd.

Het voordeel van afvallen is dat je minder ballast hoeft rond te slepen. Mijn loopsnelheid heb ik (mede daardoor) behoorlijk opgeschroefd. Afgelopen zomer was twaalf kilometer per uur een hele uitdaging. Nu loop ik — als ik m’n best doe — bijna viertien kilometer weg in een uur.

Blessureleed
Helaas bevond ik me het afgelopen jaar meermaals in de lappenmand. Vorig jaar herfst raakte ik voor de eerste keer dat ik serieus geblesseerd. Tijdens een loopje richting Bant gaf mijn linkervoet de geest. Zelfs wandelen ging de week erna niet zonder trekkebenen. Pas na een week of vier kon ik eindelijk de draad weer oppakken. Het was een nare ervaring om wekenlang niet te kunnen hardlopen.

Ook in maart 2009 stond ik twee weken op non-actief. De achillespees van m’n rechtervoet gaf er plotseling de brui aan.

Mijn blessuregevoeligheid is een aanhoudende bron van bezorgdheid. Terugblikkend op afgelopen jaar zijn er maar weinig periodes waarin ik zonder pijntjes heb gelopen. Van mijn achillespees heb ik nog regelmatig last.

Big spender
Kort geleden schreef ik er al over, hardlopen lijkt dan wel een goedkope sport, maar voor mij gaat die vlieger niet op. Eerst liep ik in een oude loopbroek, een paar afgetrapte Asics van drie jaar oud en een katoenen shirtje. Al snel vond ik de weg naar de sportwinkel en ontpopte ik me tot een echte sportshopaholic.

Hoe nu verder?
Where do I go from here? Hmmm. Da’s moeilijk te zeggen. Hardloopambities heb ik voldoende. Of mijn doelstellingen allemaal even reëel zijn is twijfelachtig. Soms denk ik dat er meer in het prestatievat zit. Dan weer lijkt het alsof deze slak zijn turbo voorgoed heeft verpunkt.

Plezier houden in rennen is belangrijk. En héél blijven natuurlijk. Zodat ik op elk gewenst moment mijn Asics aan kan trekken. Voor een slakkenrondje. Met of zonder turbo.

Your comment